Mattheüs 22:13

13 Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.

Mattheüs 22:13 Meaning and Commentary

Matthew 22:13

Then said the king to his servants
By whom are meant, either the ministers of the Gospel, and pastors of churches, who by the order of Christ, and in the name of the churches, cast out all such as appear, by their bad principles and evil practices, to be without the grace of God, and righteousness of Christ; or rather, the angels, who will bind up the tares in bundles, and burn them, and gather out of Christ's kingdom all that offend and do iniquity; and sever the wicked from the just, and use them in the manner here directed to: bind him hand and foot;
as malefactors used to be, to denote greatness of his crime, his unparalleled insolence, and the unavoidableness of his punishment; such methods being taken, that there could be no escaping it: and take him away;
from hence, to prison; a dreadful thing, to go out of a church of Christ to hell. This clause is not in the Vulgate Latin, nor in the Syriac and Arabic versions, nor in Munster's Hebrew Gospel, but is in all the ancient Greek copies; and cast him into utter darkness, there shall be weeping and
gnashing of teeth;
(See Gill on Matthew 8:12)

Mattheüs 22:13 In-Context

11 En als de koning ingegaan was, om de aanzittende gasten te overzien, zag hij aldaar een mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed;

12 En zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed aan hebbende? En hij verstomde.

13 Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.

14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

15 Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede.