Mattheüs 25:44

44 Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend?

Images for Mattheüs 25:44

Mattheüs 25:44 Meaning and Commentary

Matthew 25:44

Then shall they also answer him
As well as the righteous, being likewise astonished at what he had said, but on a different account;

saying, Lord, when saw we thee an hungered or athirst, or a
stranger, or naked, or sick, or in prison, and did not minister
to thee?
Hence it is clear again, that these men were nominal Christians, who had made a profession of Christ: they own him as Lord; and suggest that they had seen him, and known him, though never in such circumstances; for if they had, such was their love to him, and great respect and veneration for him, as they pretend, they would, to be sure, have ministered unto him; and if ever they had seen him in such a case, which they could not call to mind, they could not believe, but they must have supplied him with all things necessary and convenient.

Mattheüs 25:44 In-Context

42 Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest, en gij hebt Mij niet te drinken gegeven;
43 Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht.
44 Dan zullen ook dezen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet gediend?
45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan.
46 En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.