Mattheüs 27:47

47 En sommigen van die daar stonden, zulks horende, zeiden: Deze roept Elias.

Mattheüs 27:47 Meaning and Commentary

Matthew 27:47

Some of them that stood there
Near the cross, looking on, and mocking at him,

when they heard that;
the words, "Eli, Eli", spoken by Christ,

said, this man calleth for Elias.
These could not be the Roman soldiers that said so, who had no notion of Elias; rather the Hellenistic Jews, who not so well understanding the Hebrew language, hearing the above words, and having some notion of the prophet Elias, fancied he was calling for him; though it seems most likely to be the Jews, who either through the nearness of the sound of the words, and mistake of them, and not near enough to hear and distinguish them, really thought he called for that prophet; or rather wilfully mistook him, with an intent to banter and ridicule him.

Mattheüs 27:47 In-Context

45 En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
46 En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!
47 En sommigen van die daar stonden, zulks horende, zeiden: Deze roept Elias.
48 En terstond een van hen toe lopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken.
49 Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.