Nehemia 12:36

36 En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen.

Nehemia 12:36 Meaning and Commentary

Nehemiah 12:36

And his brethren
The brethren of Zechariah, the priest's son, and such are those that follow:

Shemaiah, and Azarael, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, and Judah,
Hanani, with the musical instruments of David the man of God;
which were invented by him, and ordered by him to be used in religious service, under the divine direction:

and Ezra the scribe before them;
for he being a priest also, and a man of great eminence, was placed at the head of them in this procession.

Nehemia 12:36 In-Context

34 Juda, en Benjamin, en Semaja, en Jeremia;
35 En van de priesters kinderen met trompetten: Zecharja, de zoon van Jonathan, den zoon van Semaja, den zoon van Matthanja, den zoon van Michaja, den zoon van Zakkur, den zoon van Asaf;
36 En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen.
37 Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de Waterpoort, tegen het oosten.
38 Het tweede dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de helft des volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan den breden muur;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.