Numberi 21:34

34 De HEERE nu zeide tot Mozes: Vrees hem niet; want Ik heb hem in uw hand gegeven, en al zijn volk, ook zijn land; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.

Numberi 21:34 Meaning and Commentary

Numbers 21:34

And the Lord said unto Moses, fear him not
Og being of a gigantic stature, and his forces numerous, might cause some fear in Moses, and in the people, and therefore the Lord encouraged them not to be afraid of him and his army:

for I have delivered him into thy hand, and all his people, and his
land;
that is, he had determined to do it, and now promised it, and it might be depended on and looked upon as if actually done:

and thou shalt do to him as thou didst unto Sihon king of the Amorites,
which dwelt at Heshbon;
slay him and his people, and take possession of his country.

Numberi 21:34 In-Context

32 Daarna zond Mozes om Jaezer te verspieden; en zij namen haar onderhorige plaatsen in; en hij dreef de Amorieten, die er waren, uit de bezitting.

33 Toen wendden zij zich en trokken op den weg van Basan; en Og, de koning van Basan, ging uit hen tegemoet, hij en al zijn volk, tot den strijd, en Edrei.

34 De HEERE nu zeide tot Mozes: Vrees hem niet; want Ik heb hem in uw hand gegeven, en al zijn volk, ook zijn land; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.

35 En zij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk, alzo dat hem niemand overbleef; en zij namen zijn land in erfelijke bezitting.