Numberi 22:32

32 Toen zeide de Engel des HEEREN tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan u tot een tegenpartij, dewijl deze weg van Mij afwijkt.

Numberi 22:32 Meaning and Commentary

Numbers 22:32

And the angel of the Lord said unto him
When risen up, and standing before him:

wherefore hast thou smitten thine ass these three times?
the brute creatures are not to be beaten without cause, nor to be misused and abused by men, even their owners:

behold, I went out to withstand thee;
the ass was not to be blamed, nor to be beaten for turning aside, or lying down, it was I that stood in the way, and hindered its going forward, and this was done by me on purpose to oppose and stop thee:

because thy way is perverse before me;
the journey he took was not with his good liking and approbation, and especially seeing he went with an intention, if possible, to serve Balak, and curse Israel; the way of his heart was bad, which the Lord knew; it was not directed according to his will, but swerved from it; the Targum of Jonathan is,

``it is manifest before me that thou seekest to go and curse the people, and the thing is not agreeable to me.''

Numberi 22:32 In-Context

30 De ezelin nu zeide tot Bileam: Ben ik niet uw ezelin, op welke gij gereden hebt van toen af, dat gij mijn heer geweest zijt, tot op dezen dag? Ben ik ooit gewend geweest u alzo te doen? Hij dan zeide: Neen!

31 Toen ontdekte de HEERE de ogen van Bileam, zodat hij den Engel des HEEREN zag, staande in den weg, en Zijn uitgetrokken zwaard in Zijn hand; daarom neigde hij het hoofd en boog zich op zijn aangezicht.

32 Toen zeide de Engel des HEEREN tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan u tot een tegenpartij, dewijl deze weg van Mij afwijkt.

33 Maar de ezelin heeft Mij gezien, en zij is nu driemaal voor Mijn aangezicht geweken; indien zij voor Mijn aangezicht niet geweken ware, zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood, en haar bij het leven behouden hebben.

34 Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, is het kwaad in Uw ogen, ik zal wederkeren.