Numberi 22:34

34 Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, is het kwaad in Uw ogen, ik zal wederkeren.

Numberi 22:34 Meaning and Commentary

Numbers 22:34

And Balaam said unto the angel of the Lord, I have sinned,
&c.] That is, in beating the ass; not that he was sensible of his sin of covetousness, and of the evil disposition of his mind, and of his wicked intention in going along with the princes to curse Israel, if possible, and get Balak's presents and preferments:

for I knew not that thou stoodest in the way against me;
signifying, that if he had known it, he should not have smitten the ass, but submitted himself to the will of the angel:

now therefore, if it displease thee, I will get me back again;
which he spoke very coldly and faintly, not caring heartily to go back, unless forced to it; for seeing a drawn sword in his hand, he might be afraid of his life should he persist in his journey, and therefore feigns a readiness to go back, quitting it on condition that his going forwards was displeasing; whereas he knew it was, especially his going with an evil mind to hurt Israel if possible.

Numberi 22:34 In-Context

32 Toen zeide de Engel des HEEREN tot hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, Ik ben uitgegaan u tot een tegenpartij, dewijl deze weg van Mij afwijkt.
33 Maar de ezelin heeft Mij gezien, en zij is nu driemaal voor Mijn aangezicht geweken; indien zij voor Mijn aangezicht niet geweken ware, zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood, en haar bij het leven behouden hebben.
34 Toen zeide Bileam tot den Engel des HEEREN: Ik heb gezondigd, want ik heb niet geweten, dat Gij mij tegemoet op dezen weg stondt en nu, is het kwaad in Uw ogen, ik zal wederkeren.
35 De Engel des HEEREN nu zeide tot Bileam: Ga heen met deze mannen; maar alleenlijk dat woord, wat Ik tot u spreken zal, dat zult gij spreken. Alzo toog Bileam met de vorsten van Balak.
36 Als Balak hoorde, dat Bileam kwam, zo ging hij uit, hem tegemoet, tot de stad der Moabieten, welke aan de landpale van de Arnon ligt, die aan het uiterste der landpale is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.