Numberi 25:9

9 Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.

Numberi 25:9 Meaning and Commentary

Numbers 25:9

And those that died in the plague were twenty and four
thousand.
] The apostle says 23,000 ( 1 Corinthians 10:8 ) . Moses includes those that were hanged against the sun, in the time of the plague, as well as those that were taken off by it, even all that died on this account; the apostle only those that "fell", which cannot with propriety be said of those that were hanged, who might be 1000 and so their numbers agree; but of this and other ways of removing this difficulty (See Gill on 1 Corinthians 10:8).

Numberi 25:9 In-Context

7 Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, dat zag, zo stond hij op uit het midden der vergadering, en nam een spies in zijn hand;
8 En hij ging den Israelietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak hen beiden, den Israelietischen man en de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag van over de kinderen Israels opgehouden.
9 Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.
10 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
11 Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, heeft Mijn grimmigheid van over de kinderen Israels afgewend, dewijl hij Mijn ijver geijverd heeft in het midden derzelve, zodat Ik de kinderen Israels in Mijn ijver niet vernield heb.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.