Numberi 25:10

10 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

Numberi 25:10 Meaning and Commentary

Numbers 25:10

And the Lord spake unto Moses
Out of the cloud, or out of the tabernacle, at the door of which Moses now was, ( Numbers 25:6 ) , this was after so many had died of the plague, and after the fact of Phinehas, by which it was stopped: saying; as follows.

Numberi 25:10 In-Context

8 En hij ging den Israelietischen man na in de hoerenwinkel, en doorstak hen beiden, den Israelietischen man en de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag van over de kinderen Israels opgehouden.
9 Degenen nu, die aan de plaag stierven, waren vier en twintig duizend.
10 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
11 Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, heeft Mijn grimmigheid van over de kinderen Israels afgewend, dewijl hij Mijn ijver geijverd heeft in het midden derzelve, zodat Ik de kinderen Israels in Mijn ijver niet vernield heb.
12 Daarom spreek: Zie, Ik geef hem Mijn verbond des vredes.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.