Numberi 26:19

19 De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaan.

Numberi 26:19 Meaning and Commentary

Ver. 19-22. And the sons of Judah were Er and Onan
And besides these he had Shelah, Pharez, and Zerah, from whom families sprang, but none from the two first: for

Er and Onan died in the land of Canaan;
where they were born; and that because of their sins, as the Targum of Jonathan adds, see Ge 38:7-10
so that there were but three families sprang from Judah, the Shelanites, Pharzites, and Zarhites; only the family of the Pharzites was divided into two families, the Hesronites and the Hamulites, so called from two sons of Pharez; the number of these families amounted to 76,500, so that there was an increase of 1900 since the last muster, which answers to Jacob's blessing, that he should be a praise among his brethren, ( Genesis 49:8 ) .

Numberi 26:19 In-Context

17 Van Arod het geslacht der Arodieten; van Areli het geslacht der Arelieten.
18 Dat zijn de geslachten der zonen van Gad, naar hun getelden: veertig duizend en vijfhonderd.
19 De zonen van Juda waren Er en Onan; maar Er en Onan stierven in het land Kanaan.
20 Alzo waren de zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der Selanieten; van Perez het geslacht der Perezieten; van Zerah het geslacht der Zerahieten.
21 En de zonen van Perez waren: van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Hamul het geslacht der Hamulieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.