Numberi 26:4

4 Dat men opneme van twintig jaren oud en daarboven; gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en den kinderen Israels, die uit Egypteland uitgetogen waren.

Numberi 26:4 Meaning and Commentary

Numbers 26:4

[Take the sum of the people], from twenty years old and upward,
&c.] At the same age at which the sum was taken before, ( Numbers 1:3 ) so that there could not be one that was more than sixty years of age, of all those that went into the land of Canaan, except Joshua and Caleb, and besides some few in the tribe of Levi, which did not come into either of these musters:

and the Lord commanded Moses, and the children of Israel, which went
forth out of the land of Egypt;
as Moses had a command to number the people before, so he had now. The sin of David was, that he numbered the people when he had no command for it; Moses, when he brought the people out of Egypt, had them committed to him by number; and now being about to die, he delivers them up as it were by number again, as Jarchi observes.

Numberi 26:4 In-Context

2 Neem de som van de gehele vergadering der kinderen Israels op, van twintig jaren oud en daarboven, naar het huis hunner vaderen, al wie ten heire in Israel uittrekt.
3 Mozes dan en Eleazar, de priester, spraken hen aan, in de vlakke velden van Moab, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
4 Dat men opneme van twintig jaren oud en daarboven; gelijk als de HEERE Mozes geboden had, en den kinderen Israels, die uit Egypteland uitgetogen waren.
5 Ruben was de eerstgeborene van Israel. De zonen van Ruben waren: Hanoch, van welken was het geslacht der Hanochieten; van Pallu het geslacht der Palluieten;
6 Van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Karmi het geslacht der Karmieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.