Numberi 3:48

48 En gij zult dat geld aan Aaron en zijn zonen geven, het geld der gelosten die onder hen overschieten.

Numberi 3:48 Meaning and Commentary

Numbers 3:48

And thou shalt give the money, wherewith the odd number of
them is to be redeemed
Or the superfluous number, the number of them that exceeded the Levites, namely, two hundred seventy three; the price of their redemption is ordered to be given

unto Aaron, and to his sons;
since the Levites were taken in lieu of the firstborn, whose redemption money belonged to the priests; and seeing the Levites were given to Aaron and his sons on that consideration, and there being a deficiency of them to answer to the firstborn, it was but right and just that the redemption price of the superfluous number should be paid to them.

Numberi 3:48 In-Context

46 Aangaande de tweehonderd drie en zeventig, die gelost zullen worden, die overschieten, boven de Levieten, van de eerstgeborenen van de kinderen Israels;
47 Gij zult voor elk hoofd vijf sikkels nemen; naar den sikkel des heiligdoms zult gij ze nemen; die sikkel is twintig gera.
48 En gij zult dat geld aan Aaron en zijn zonen geven, het geld der gelosten die onder hen overschieten.
49 Toen nam Mozes dat losgeld van degenen, die overschoten boven de gelosten door de Levieten.
50 Van de eerstgeborenen van de kinderen Israels nam hij dat geld, duizend driehonderd vijf en zestig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.