Openbaring 17:7

7 En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen.

Openbaring 17:7 Meaning and Commentary

Revelation 17:7

And the angel said unto me
The same as in ( Revelation 17:1 )

wherefore didst thou marvel?
which is not said by way of reproof, as questions of this kind sometimes are, ( Acts 3:12 ) for John did not wonder at her with a sinful admiration, so as to have her in great veneration, and to do homage and worship to her, as the inhabitants of the world wondered after the beast, ( Revelation 13:3 ) ( 17:8 ) but his admiration was an amazement, or stupefaction of mind, joined with indignation at her; and this is said by the angel to lead on to what he had to declare unto him.

I will tell thee the mystery of the woman;
that is, what is mysteriously or mystically designed by her; for till it was made known to John by the angel, it was a mystery to him; and when it was revealed, the interpretation is given in such an obscure manner, that it is only understood by the mind that has spiritual wisdom; and still remains a mystery to carnal men, just as the Gospel itself does. The hidden meaning of this woman, or the mystery of her, is told by the angel in ( Revelation 17:18 ) .

And of the beast that carried her, which hath the seven heads, and
ten horns;
the mystical sense of the beast, its heads and horns, and which is also delivered in a mysterious manner, is given in ( Revelation 17:8-12 ) .

Openbaring 17:7 In-Context

5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.
6 En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag, met grote verwondering.
7 En de engel zeide tot mij: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest, dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen.
8 Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is.
9 Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.