Prediker 3:8

8 Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.

Prediker 3:8 Meaning and Commentary

Ecclesiastes 3:8

A time to love, and a time to hate
For one to love his friend, and to hate a man, a sinner, as the Targum; to love a friend while he continues such, and hate him, or less love him, when he proves treacherous and unfaithful; an instance of a change of love into hatred may be seen in the case of Amnon, ( 2 Samuel 13:15 ) . A time of unregeneracy is a time of loving worldly lusts and sinful pleasures, the company of wicked men, and all carnal delights and recreations; and a time of conversion is a time to hate what was before loved, sin, and the conversion of sinners, the garment spotted with the flesh, the principles and practices, though not the persons, of ungodly men; and even to hate, that is, less love, the dearest friends and relations, in comparison of, or when in competition with, Christ; a time of war, and a time of peace;
for nations to be engaged in war with each other, or to be at peace, which are continually revolving; and there is a time when there will be no more war. In a spiritual sense, the present time, or state of things, is a time of war; the Christian's life is a warfare state, though it will be soon accomplished, in which he is engaging in fighting with spiritual enemies, sin, Satan, and the world: the time to come, or future state, is a time of peace, when saints shall enter into peace, and be no more disturbed by enemies from within or from without. In the Midrash, all the above times and seasons are interpreted of Israel, and applied to them.

Prediker 3:8 In-Context

6 Een tijd om te zoeken, en een tijd om verloren te laten gaan; een tijd om te bewaren, en een tijd om weg te werpen;
7 Een tijd om te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd om te spreken;
8 Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.
9 Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij arbeidt?
10 Ik heb gezien de bezigheid, die God den kinderen der mensen gegeven heeft, om zichzelven daarmede te bekommeren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.