Psalmen 101:8

8 Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.

Psalmen 101:8 Meaning and Commentary

Psalms 101:8

I will early destroy all the wicked of the land,
&e.] Of the land of Israel, signifying that he would make a general reformation throughout the kingdom; that as soon as wicked men were discovered in any part of the land, he would cut them off, would take the first opportunity of punishing them as the law directs: or he would do it "in morning" F19, as in the Hebrew text; that is, every morning, constantly and continually;


FOOTNOTES:

F19 (Myrqbl) "in matutinis", Montanus, Vatablus, Junius & Tremellius, Piscator, Cocceius; so Ainsworth.

Psalmen 101:8 In-Context

6 Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
7 Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
8 Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.