Psalmen 132:2

2 Dat hij den HEERE gezworen heeft, den Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, zeggende:

Psalmen 132:2 Meaning and Commentary

Psalms 132:2

How he sware unto the Lord, [and] vowed unto the mighty [God]
of Jacob.
] Whom Jacob called so, ( Genesis 49:24 ) ; and to whom he vowed a vow, and is the first we read of that did make one, and it was concerning the house of God, ( Genesis 28:17 Genesis 28:20 Genesis 28:21 ) ; and who had an experience of the might and power of God in protecting and defending him from his brother Esau: of this oath and vow of David no mention is made elsewhere, but no doubt they were made; see ( Psalms 119:106 ) ; of the Messiah's swearing, though upon another account, to whom this may be applied, see ( Isaiah 45:23 ) ( Revelation 10:1 Revelation 10:2 Revelation 10:5 Revelation 10:6 ) .

Psalmen 132:2 In-Context

1 Een lied Hammaaloth. O HEERE! gedenk aan David, aan al zijn lijden;

2 Dat hij den HEERE gezworen heeft, den Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, zeggende:

3 Zo ik in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets van mijn bed klimme!

4 Zo ik mijn ogen slaap geve, mijn oogleden sluimering;

5 Totdat ik voor den HEERE een plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige Jakobs!