Psalmen 17:9

9 Voor het aangezicht der goddelozen, die mij verwoesten, mijner doodsvijanden, die mij omringen.

Psalmen 17:9 Meaning and Commentary

Psalms 17:9

From the wicked that oppress me
Or "waste" or "destroy" {g}; as wild beasts do a field or vineyard when they get into it; and such havoc do persecutors and false teachers make of the church and people of God, when they are suffered to get in among them, ( Psalms 80:13 ) ( Acts 20:29 ) ; wherefore from such wicked and unreasonable men protection is desired, ( 2 Thessalonians 3:2 ) ;

[from] my deadly enemies;
enemies against his soul or life, who sought to take it away, nothing would satisfy them but this;

[who] compass me about;
on all sides, in order to obtain their desire; such were the enemies of Christ, and so they are described, ( Psalms 22:12 Psalms 22:13 Psalms 22:16 ) .

---

FOOTNOTES:

F7 (ynwdv wz) "quid vastant", Vatablus, Junius & Tremellius, Piscator; "qui vastaverunt", Pagninus, Montanus, Cocceius, Michaelis.

Psalmen 17:9 In-Context

7 Maak Uw weldadigheden wonderbaar, Gij, Die verlost degenen, die op U betrouwen, van degenen, die tegen Uw rechterhand opstaan!

8 Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen,

9 Voor het aangezicht der goddelozen, die mij verwoesten, mijner doodsvijanden, die mij omringen.

10 Met hun vet besluiten zij zich, met hun mond spreken zij hovaardelijk.

11 In onzen gang hebben zij ons nu omsingeld, zij zetten hun ogen op ons ter aarde nederbukkende.