Psalmen 22:30

30 Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.

Psalmen 22:30 Meaning and Commentary

Psalms 22:30

A seed shall serve him
That is, Christ shall always have a seed to serve him in every age; a remnant according to the election of grace; see ( Romans 9:29 ) ; so that as the former verses speak of the amplitude of Christ's kingdom, through the calling of the Gentiles, these words and the following express the duration of it: and this "seed" either means Christ's seed; so the Septuagint version, and others that follow it, render it, "my seed"; the spiritual seed and offspring of Christ, which the Father has given him, and which shall endure for ever, ( Isaiah 53:10 ) ( Psalms 89:29 Psalms 89:36 ) ; or else the church's seed, which comes to the same thing; not the natural seed of believers, but a succession of godly men in the church, who are born in her, and nursed up at her side; see ( Isaiah 59:21 ) ; such shall, and do, in every age serve Christ, willingly and cheerfully, in righteousness and true holiness, without slavish fear, and yet with reverence and godly fear. The Chaldee paraphrase is, "the seed of Abraham shall serve before him"; but this seed designs not the Jews only, but the Gentiles also, and chiefly;

it shall be accounted to the Lord for a generation;
of his people, his children whom he accounts of, reckons, and esteems as such; or the seed shall be reckoned to the Lord, as belonging to him, "unto generation"; that is, in every generation F17, throughout all ages, to the end of time; so the Targum, "to an after generation"; or "a generation to come".


FOOTNOTES:

F17 (rwdl) "in quacunque generatione", Noldius, p. 236. No. 1076.

Psalmen 22:30 In-Context

28 Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.
29 Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen.
30 Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen, die in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken; en die zijn ziel bij het leven niet kan houden.
31 Het zaad zal Hem dienen; het zal den HEERE aangeschreven worden tot in geslachten. [ (Psalms 22:32) Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid verkondigen den volke, dat geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft. ]
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.