Psalmen 44:12

12 Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.

Psalmen 44:12 Meaning and Commentary

Psalms 44:12

Thou sellest thy people for nought
So God, when he is said to deliver up his people into the hands of their enemies, is said to sell them to them; see ( Judges 2:14 ) ( 3:8 ) ( 4:2 ) ; and selling them for nought suggests, that in their apprehensions he had no esteem of them and value for them; just as men, when they have any person or thing to dispose of they have no regard unto, but choose to be rid of, will part with it for nothing: and as it follows, and dost not increase [thy wealth] by their price;
get nothing by the bargain. This must be understood after the manner of men, and in the opinion of the church, and not as in reality; no otherwise than as it has been true, that God has suffered some of his people to be in the bondage and slavery of mystical Babylon, called Egypt, one part of whose wares and merchandises are slaves and souls of men, ( Revelation 11:8 ) ( 18:13 ) .

Psalmen 44:12 In-Context

10 Maar nu hebt Gij ons verstoten en te schande gemaakt, dewijl Gij met onze krijgsheiren niet uittrekt.
11 Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven ons voor zich.
12 Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.
13 Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt hun prijs niet.
14 Gij stelt ons onze naburen tot smaad, tot spot en schimp dengenen, die rondom ons zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.