Richtere 1:20

20 En zij gaven Hebron aan Kaleb, gelijk als Mozes gesproken had; en hij verdreef van daar de drie zonen van Enak.

Richtere 1:20 Meaning and Commentary

Judges 1:20

And they gave Hebron unto Caleb, as Moses said
Which was done in the times of Joshua, both by him and all the people, according to the order of Moses. This is to be understood not of the city which was given to the Levites, but of the fields and parts adjacent, ( Joshua 14:13 ) ( Joshua 21:11 Joshua 21:12 ) ;

and he expelled thence the three sons of Anak:
whose names are given ( Judges 1:10 ) ; this shows that this refers to the same expedition as in ( Joshua 15:14 ) ; and is expressed in the same manner.

Richtere 1:20 In-Context

18 Daartoe nam Juda Gaza in, met haar landpale, en Askelon met haar landpale, en Ekron met haar landpale.
19 En de HEERE was met Juda, dat hij de inwoners van het gebergte verdreef; maar hij ging niet voort om de inwoners des dals te verdrijven, omdat zij ijzeren wagenen hadden.
20 En zij gaven Hebron aan Kaleb, gelijk als Mozes gesproken had; en hij verdreef van daar de drie zonen van Enak.
21 Doch de kinderen van Benjamin hebben de Jebusieten, te Jeruzalem wonende, niet verdreven; maar de Jebusieten woonden met de kinderen van Benjamin te Jeruzalem, tot op dezen dag.
22 En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.