Richtere 1:36

36 En de landpale der Amorieten was van den opgang van Akrabbim, van den rotssteen, en opwaarts heen.

Richtere 1:36 Meaning and Commentary

Judges 1:36

And the coast of the Amorites [was] from the going up to
Akrabbim Of which (See Gill on Numbers 34:4) and (See Gill on Joshua 15:3):

from the rock, and upwards;
even from the city Petra in Idumea, and beyond that; and there was a country near Idumea, called Acrabatane, from this mountain Akrabbim,

``Then Judas fought against the children of Esau in Idumea at Arabattine, because they besieged Gael: and he gave them a great overthrow, and abated their courage, and took their spoils.'' (1 Maccabees 5:3)

such was the extent of these people, that their coast reached from the places, mentioned to the mountains where the above cities of Dan were; they were the most powerful people among the Canaanites, and lay on both sides of Jordan, and were very troublesome to Israel, yet were at length destroyed, ( Amos 2:9 ) .

Richtere 1:36 In-Context

34 En de Amorieten drongen de kinderen van Dan in het gebergte; want zij lieten hun niet toe, af te komen in het dal.

35 Ook wilden de Amorieten wonen op het gebergte van Heres, te Ajalon, en te Saalbim; maar de hand van het huis van Jozef werd zwaar, zodat zij cijnsbaar werden.

36 En de landpale der Amorieten was van den opgang van Akrabbim, van den rotssteen, en opwaarts heen.