Richtere 11:6

6 En zij zeiden tot Jeftha: Kom, en wees ons tot een overste, opdat wij strijden tegen de kinderen Ammons.

Richtere 11:6 Meaning and Commentary

Judges 11:6

And they said unto Jephthah, come and be our captain
The general of their army, to conduct and lead on their forces; they did not propose him to be their king, being convinced by Abimelech's conduct that such a step would be wrong; nor did they say anything of his being their judge, having no other view than to serve their present exigence; besides, a judge was not one chosen by the people, but raised up of God, and which honour was conferred on Jephthah afterwards:

that we may fight with the children of Ammon;
with judgment, courage, and success; they did not make this proposal to him to save themselves from being engaged in the war, but that they might have one skilful in military affairs at the head of them, to instruct them in the art of war, and lead them on in a regular manner, and animate them by his brave example.

Richtere 11:6 In-Context

4 En het geschiedde, na enige dagen, dat de kinderen Ammons tegen Israel krijgden.

5 Zo geschiedde het, als de kinderen Ammons tegen Israel krijgden, dat de oudsten van Gilead heengingen, om Jeftha te halen uit het land van Tob.

6 En zij zeiden tot Jeftha: Kom, en wees ons tot een overste, opdat wij strijden tegen de kinderen Ammons.

7 Maar Jeftha zeide tot de oudsten van Gilead: Hebt gijlieden mij niet gehaat, en mij uit mijn vaders huis verstoten? waarom zijt gij dan nu tot mij gekomen, terwijl gij in benauwdheid zijt?

8 En de oudsten van Gilead zeiden tot Jeftha: Daarom zijn wij nu tot u wedergekomen, dat gij met ons trekt, en tegen de kinderen Ammons strijdt; en gij zult ons tot een hoofd zijn, over alle inwoners van Gilead.