Richtere 6:3

3 Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, zo kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en die van het oosten kwamen ook op tegen hen.

Richtere 6:3 Meaning and Commentary

Judges 6:3

And so it was, when Israel had sown
Their land, and it was grown up, and near being ripe, or quite; for the Midianites gave them no disturbance in the winter, and during seedtime, when they came out of their lurking holes, and manured their land, and sowed it:

that the Midianites came up;
into the land of Canaan, from the other side Jordan, where their country lay, and which it seems lay lower than the land of Israel:

and the Amalekites, and the children of the east:
the former were implacable enemies of Israel, and on every occasion would join other nations in oppressing them; and the children of the east were Arabians, as Josephus ^F2 expressly affirms:

even they came up against them;
all these three sorts of people in a confederacy.

---

FOOTNOTES:

F2 Antiqu. l. 5. c. 6. sect. 1.

Richtere 6:3 In-Context

1 Maar de kinderen Israels deden, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; zo gaf hen de HEERE in de hand der Midianieten, zeven jaren.

2 Als nu de hand der Midianieten sterk werd over Israel, maakten zich de kinderen Israels, vanwege de Midianieten, de holen, die in de bergen zijn, en de spelonken, en de vestingen.

3 Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, zo kwamen de Midianieten op, en de Amalekieten, en die van het oosten kwamen ook op tegen hen.

4 En zij legerden zich tegen hen, en verdierven de opkomst des lands, tot daar gij komt te Gaza; en zij lieten geen leeftocht overig in Israel, noch klein vee, noch os, noch ezel.

5 Want zij kwamen op met hun vee en hun tenten; zij kwamen gelijk de sprinkhanen in menigte, dat men hen en hun kemelen niet tellen kon; en zij kwamen in het land, om dat te verderven.