Spreuken 6:21

21 Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.

Spreuken 6:21 Meaning and Commentary

Proverbs 6:21

Bind them continually upon thine heart
Not upon the head or arm, as the words of the law were to be bound, ( Deuteronomy 6:3 ) ; to which there seems to be an allusion; and which may confirm the sense of the words given, that this respects the law of God itself, and the precepts of it, instructed in by parents; but they should be bound upon the heart, and have an abiding place in the understanding, affections, memory, and will; [and] tie them about thy neck;
as an ornament, instead of a necklace of pearl, or chains of gold; they should be so far from being thought burdensome and troublesome, that they should be reckoned comely and graceful; see ( Proverbs 1:9 ) ( Proverbs 3:3 Proverbs 3:22 ) .

Spreuken 6:21 In-Context

19 Een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.

20 Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet.

21 Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.

22 Als gij wandelt, zal dat u geleiden; als gij nederligt, zal het over u de wacht houden; als gij wakker wordt, zal hetzelve met u spreken.

23 Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;