Zacharia 9:7

7 En Ik zal zijn bloed uit zijn mond wegdoen, en zijn verfoeiselen van tussen zijn tanden; alzo zal hij ook onzen God overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron als de Jebusiet.

Zacharia 9:7 Meaning and Commentary

Zechariah 9:7

And I will take away his blood out of his mouth
The Septuagint, Syriac, and Arabic versions, read "their blood"; not the blood of the bastard, but of the Philistines. The Targum is, "I will destroy them that eat blood"; the meaning may be, that they shall no more thirst after blood, nor drink it; nor breathe out threatenings and slaughter against the saints, or persecute the people of God: or that they should no more offer the blood of their sacrifices upon the altars to their deities, or eat things sacrificed to them: and his abominations from between his teeth;
their idols and idolatries they were tenacious of, as a man is of his food, or of any thing that is grateful to him; it may design things sacrificed to idols, eaten by them: but he that remaineth, even he [shall be] for our God:
the Targum paraphrases it,

``and the proselytes that remain among them, they also shall be added to the people of our God:''

Jarchi interprets it of the synagogues and schools in the captivity of Edom or Rome; but Aben Ezra's note is much better, that there shall be none remaining of the Philistines, but only such who serve the blessed God openly: but the true sense is, that here should be a remnant, according to the election of grace, who should evidently appear to be the Lord's people, by their conversion and effectual calling: and he shall be as a governor in Judah;
the Targum is,

``they shall be as the princes of the house of Judah;''

that is, as the heads of the families in that tribe; see ( Micah 5:2 ) compared with ( Matthew 2:6 ) all true Christians are as princes, yea, they are kings and priests unto God; and some of them are (Plak) , as a guide, teacher; and instructor of others; who go before them, and instruct them in the doctrines of the Gospel, as pastors and ministers of the word: and Ekron as a Jebusite;
that is, the inhabitant of Ekron, that shall be converted to Christ, shall be as an inhabitant of Jerusalem, which was called Jebus, ( 1 Chronicles 11:4 ) shall have a dwelling in the church, the city of God, and enjoy all the privileges and immunities of it. Kimchi says this refers to the times of the Messiah, when, he supposes, the Ekronites will be tributary to the Israelites, as the Jebusites were in the days of David. The Targum is,

``and Ekron shall be filled with the house of Israel, as Jerusalem.''

The Syriac version is, "and Ekron shall be as Hebron".

Zacharia 9:7 In-Context

5 Askelon zal het zien, en zal vrezen; desgelijks Gaza, en zal grote smart hebben, mitsgaders Ekron, dewijl hetgeen, waar zij op zagen, hen heeft te schande gemaakt; en de koning van Gaza zal vergaan, en Askelon zal niet bewoond worden.

6 En de bastaard zal te Asdod wonen, en Ik zal den hoogmoed der Filistijnen uitroeien.

7 En Ik zal zijn bloed uit zijn mond wegdoen, en zijn verfoeiselen van tussen zijn tanden; alzo zal hij ook onzen God overblijven; ja, hij zal zijn als een vorst in Juda, en Ekron als de Jebusiet.

8 En Ik zal Mij rondom Mijn huis legeren, vanwege het heirleger, vanwege den doorgaande, en vanwege den wederkerende, opdat de drijver niet meer door hen doorga; want nu heb Ik het met Mijn ogen aangezien.

9 Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen.