Ezra 2:65

65 Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven duizend driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd zangers en zangeressen.

Ezra 2:65 Meaning and Commentary

Ezra 2:65

Besides their servants and their maids, of whom there were
seven thousand three hundred thirty and seven
This shows that the greater part of those that returned were of the poorer sort, since there were so few servants that belonged unto them; these came not into the above account:

and there were among them two hundred singing men and singing women;
among the servants, who were kept by persons of figure for their pleasure and recreation, see ( Ecclesiastes 2:8 ) , for that these were such as were employed in sacred service is not so clear, especially the latter, though some conclude it from ( 1 Chronicles 25:5 1 Chronicles 25:6 ) , but rather they were such as were employed at marriages, festivals, and funerals; though Jarchi thinks they were employed by the returning captives, to make them cheerful as they travelled along, (See Gill on Isaiah 55:12).

Ezra 2:65 In-Context

63 En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en met thummim.

64 Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend driehonderd en zestig.

65 Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven duizend driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd zangers en zangeressen.

66 Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;

67 Hun kemelen, vierhonderd vijf en dertig; de ezelen, zes duizend zevenhonderd en twintig.