Jesaja 43:9

9 Laat al de heidenen samen vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder hen zal dit verkondigen? Of laat hen ons doen horen de vorige dingen, laat hen hun getuigen voortbrengen, opdat zij gerechtvaardigd worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid.

Jesaja 43:9 Meaning and Commentary

Isaiah 43:9

Let all the nations be gathered together, and let the people be
assembled
In one place, if it could be, in an open court of judicature; that their whole strength might be united together, and the most cogent arguments any of them are able to produce might be brought out; and that all might have an opportunity of hearing the cause fairly argued, and the point decided, and judge for themselves on which side truth lies: who among them can declare this, and show us former things?
what god or prophet of theirs can declare any future event, such as this, the redemption of the Jews by Cyrus, foretold from the mouth of the Lord by Isaiah, so long before the accomplishment of it, or anything whatever before it comes to pass? for this does not regard things past, which might be shown and declared; but the things they are challenged with are things future, to declare them first, before they come into being, which would be a proof of deity; for none but God, who is omniscient, can foretell future events with certainty: let them bring forth their witnesses, that they may be justified;
let them produce witnesses that their gods spoke of things before they came to pass, and that they came to pass just as they foretold they would; that their cause may appear a just one, and that they, their worshippers, are right in serving them: let them hear, and say, it is truth;
or let them hearken to the evidence against them, and acknowledge that what I say is true, and that I am the true God, and there is no other.

Jesaja 43:9 In-Context

7 Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen heb tot Mijn eer, dien Ik geformeerd heb, dien Ik ook gemaakt heb.

8 Breng voort het blinde volk, hetwelk ogen heeft, en de doven, die oren hebben.

9 Laat al de heidenen samen vergaderd worden, en laat de volken verzameld worden; wie onder hen zal dit verkondigen? Of laat hen ons doen horen de vorige dingen, laat hen hun getuigen voortbrengen, opdat zij gerechtvaardigd worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid.

10 Gijlieden zijt Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn knecht, dien Ik uitverkoren heb; opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, dat voor Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal.

11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.