Richtere 6:40

40 En God deed alzo in denzelven nacht; want de droogte was op het vlies alleen, en op de ganse aarde was dauw.

Richtere 6:40 Meaning and Commentary

Judges 6:40

And God did so that night
The night following, the night being the season in which the dew falls:

for it was dry upon the fleece only, and there was dew on all the
ground;
and this might signify, that not Gideon only, as before, should partake of the divine favour, but all the Israelites, who would share in the salvation wrought by him. Many interpreters observe, that all this is an emblem of the different case and state of the Jews and Gentiles under the different dispensations; that whereas under the former dispensation the Jews partook of the divine favour only, and of the blessings of grace, and enjoyed the words and ordinances with which they were watered, when the Gentiles all around them were like a barren wilderness; so, under the Gospel dispensation, the Gentiles share the above benefits to a greater degree, while the Jews are entirely destitute of them.

Richtere 6:40 In-Context

38 En het geschiedde alzo; want hij stond des anderen daags vroeg op, en drukte het vlies uit, en hij wrong den dauw uit het vlies, een schaal vol waters.

39 En Gideon zeide tot God: Uw toorn ontsteke niet tegen mij, dat ik alleenlijk ditmaal spreke; laat mij toch alleenlijk ditmaal met het vlies verzoeken; er zij toch droogte op het vlies alleen, en op de ganse aarde zij dauw.

40 En God deed alzo in denzelven nacht; want de droogte was op het vlies alleen, en op de ganse aarde was dauw.