5
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
5
And now the Lord God of hosts saith these things, Put ye your hearts on your ways. (And now the Lord God of hosts saith these things, Think ye upon the ways of your lives.)