1 Koningen 14:22

22 En Juda deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij verwekten Hem tot ijver, meer dan al hun vaderen gedaan hadden, met hun zonden, die zij zondigden.

1 Koningen 14:22 Meaning and Commentary

1 Kings 14:22

And Judah did evil in the sight of the Lord
At the end of three years, from the beginning of the reign of Rehoboam:

and they provoked him to jealousy, with their sins which they had
committed, above all that their fathers had done;
that is, with their idolatries; for they were the sins which moved the Lord to jealousy, and provoked the eyes of his glory; in which they had outdone not the ten tribes, but their fathers, in the times of Moses, Joshua, and the judges, and of their kings before their separation, Saul, David, and Solomon.

1 Koningen 14:22 In-Context

20 De dagen nu, die Jerobeam heeft geregeerd, zijn twee en twintig jaren; en hij ontsliep met zijn vaderen, en Nadab, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.
21 Rehabeam nu, de zoon van Salomo, regeerde in Juda; een en veertig jaren was Rehabeam oud, als hij koning werd, en regeerde zeventien jaren te Jeruzalem, in de stad, die de HEERE verkoren had uit al de stammen van Israel, om Zijn Naam daar te zetten; en de naam zijner moeder was Naama, de Ammonietische.
22 En Juda deed wat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij verwekten Hem tot ijver, meer dan al hun vaderen gedaan hadden, met hun zonden, die zij zondigden.
23 Want ook zij bouwden zich hoogten, en opgerichte beelden, en bossen, op allen hogen heuvel, en onder allen groenen boom.
24 Er waren ook schandjongens in het land; zij deden naar al de gruwelen der heidenen, die de HEERE van het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.