1 Koningen 19:13

13 En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een stem kwam tot hem, die zeide: Wat maakt gij hier, Elia?

1 Koningen 19:13 Meaning and Commentary

1 Kings 19:13

And it was so, when Elijah heard it, that he wrapped his face
in his mantle
Through reverence of the divine Majesty he perceived was there, and through shame and confusion under a sense of his impurity, imperfections, and unworthiness, as the seraphim in ( Isaiah 6:2 Isaiah 6:3 ) , and as Moses, ( Exodus 3:6 ) , and went out and stood in the entering in of the cave; he attempted to come forth out of the cave upon the divine order, ( 1 Kings 19:11 ) , but was stopped by the terrible appearances of the wind, earthquake, and fire, a little within it; but now he came quite out, and stood at the mouth of it, to hear what the Lord would say unto him:

and, behold, there came a voice unto him, and said, what dost thou
here, Elijah?
the same question is here put as in ( 1 Kings 19:9 ) , though there by an angel, here by the Lord himself.

1 Koningen 19:13 In-Context

11 En Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN. En ziet, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, voor den HEERE henen; doch de HEERE was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet;
12 En na de aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte.
13 En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een stem kwam tot hem, die zeide: Wat maakt gij hier, Elia?
14 En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israels hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen.
15 En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uwen weg, naar de woestijn van Damaskus; en ga daar in, en zalf Hazael ten koning over Syrie.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.