1 Koningen 19:16

16 Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israel; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-mehola, zult gij tot profeet zalven in uw plaats.

1 Koningen 19:16 Meaning and Commentary

1 Kings 19:16

And Jehu the son of Nimshi shalt thou anoint to be king over
Israel
This was a son of Jehoshaphat, and a grandson of Nimshi; nor does he appear to have been anointed by Elijah, but by Elisha; and being done by his order and direction was the same as if it was done by himself, unless he was twice anointed, see ( 2 Kings 9:1-3 )

and Elisha the son of Shaphat of Abelmeholah shalt thou anoint to be
prophet in thy room;
which was in the half tribe of Manasseh, on this side Jordan; (See Gill on Judges 7:22).

1 Koningen 19:16 In-Context

14 En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israels hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen.
15 En de HEERE zeide tot hem: Ga, keer weder op uwen weg, naar de woestijn van Damaskus; en ga daar in, en zalf Hazael ten koning over Syrie.
16 Daartoe zult gij Jehu, den zoon van Nimsi, zalven ten koning over Israel; en Elisa, den zoon van Safat, van Abel-mehola, zult gij tot profeet zalven in uw plaats.
17 En het zal geschieden, dat Jehu hem, die van het zwaard van Hazael ontkomt, doden zal; en die van het zwaard van Jehu ontkomt, dien zal Elisa doden.
18 Ook heb Ik in Israel doen overblijven zeven duizend, alle knieen, die zich niet gebogen hebben voor Baal, en allen mond, die hem niet gekust heeft.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.