1 Kronieken 26:20

20 Ook was, van de Levieten, Ahia over de schatten van het huis Gods, en over de schatten der geheiligde dingen.

1 Kronieken 26:20 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:20

And of the Levites
The rest of the Levites, as the Gershonites, Amramites, Izharites, and Hebronites, ( 1 Chronicles 26:21 1 Chronicles 26:23 ) .

Ahijah was over the treasures of the house of God;
as the tithes, vessels, vestments, wine, and oil, and other things; such an one was Phinehas at the time of the destruction of Jerusalem by Vespasian, who being taken, showed and delivered the priests' garments, and many other precious things and sacred ornaments under his care F5: and over the treasures of the dedicated things; voluntarily devoted for sacrifices and repairs of the temple; and this Ahijah had the care of each of those at first, which afterwards were divided, and put under the care of different persons.


FOOTNOTES:

F5 Joseph. de Bell. Jud. l. 6. c. 8. sect. 3.

1 Kronieken 26:20 In-Context

18 Aan Parbar tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar.
19 Dit zijn de verdelingen der poortiers van de kinderen der Korahieten, en der kinderen van Merari.
20 Ook was, van de Levieten, Ahia over de schatten van het huis Gods, en over de schatten der geheiligde dingen.
21 Van de kinderen van Ladan, kinderen van den Gersonieten Ladan; van Ladan, den Gersoniet, waren hoofden der vaderen Jehieli.
22 De kinderen van Jehieli waren Zetham en Joel, zijn broeder; dezen waren over de schatten van het huis des HEEREN.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.