1 Kronieken 29:14

14 Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de macht zouden verkregen hebben, om vrijwillig te geven als dit is? Want het is alles van U, en wij geven het U uit Uw hand.

1 Kronieken 29:14 Meaning and Commentary

1 Chronicles 29:14

But who am I
Originally dust and ashes, a sinful creature, unworthy to receive anything from God, and of having the honour of doing anything for him:

and what is my people:
subject to him, the least of all people, separated from the nations round about them, and despised by them:

that we should be able to offer so willingly after this sort?
that they, who were a poor people, some years ago brought out of Egyptian bondage, should now be possessed of such an affluence, and have such a generous heart and liberal spirit given them, as to contribute in so large and liberal a manner as they had done; all was owing to the goodness of God to them, and the efficacy of his grace upon them:

for all things come of thee;
all good things, temporal and spiritual; the Lord is the fountain of goodness, and Father of mercies:

and of thine own have we given thee;
for there is nothing a man has but he has received from the Lord, and therefore can give nothing to him but his own, see ( Romans 11:35 Romans 11:36 ) .

1 Kronieken 29:14 In-Context

12 En rijkdom en eer zijn voor Uw aangezicht, en Gij heerst over alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het in Uw hand alles groot te maken en sterk te maken.

13 Nu dan, onze God, wij danken U, en loven den Naam Uwer heerlijkheid.

14 Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de macht zouden verkregen hebben, om vrijwillig te geven als dit is? Want het is alles van U, en wij geven het U uit Uw hand.

15 Want wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor Uw aangezicht, gelijk al onze vaders; onze dagen op aarde zijn als een schaduw, en er is geen verwachting.

16 HEERE, onze God, al deze menigte, die wij bereid hebben om U een huis te bouwen, den Naam Uwer heiligheid, dat is van Uw hand, en het is alles Uw.