1 Kronieken 5:12

12 Joel was het hoofd; en Safam de tweede; maar Jaenai en Safat bleven in Basan.

1 Kronieken 5:12 Meaning and Commentary

1 Chronicles 5:12

Joel the chief
In this and the following verse are reckoned up the principal men in the tribe of Gad, and the chief of all was Joel, another from him in the tribe of Reuben, ( 1 Chronicles 5:4 )

and Shapham the next;
the second chief man, from whom, Reland F24 conjectures, Shophan, a city in the tribe of Gad, had its name, ( Numbers 32:35 )

and Jaanai;
from whom Danjaan might be called, as Michaelis intimates, ( 2 Samuel 24:6 )

and Shaphat in Bashan;
not Shaphat the father of Elisha, according to a tradition of the Jews, mentioned by Kimchi; which is not at all probable.


FOOTNOTES:

F24 Palestin. Illustrat. par. 2. p. 602.

1 Kronieken 5:12 In-Context

10 En in de dagen van Saul voerden zij krijg tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde van Gilead.
11 De kinderen van Gad nu woonden tegen hen over, in het land van Basan, tot Salcha toe.
12 Joel was het hoofd; en Safam de tweede; maar Jaenai en Safat bleven in Basan.
13 Hun broeders nu, naar hun vaderlijke huizen, waren Michael, en Mesullam, en Seba, en Jorai, en Jachan, en Zia, en Heber: zeven.
14 Dezen zijn de kinderen van Abihail, den zoon van Huri, den zoon van Jaroah, den zoon van Gilead, den zoon van Michael, den zoon van Jesisai, den zoon van Jahdo, den zoon van Buz.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.