1 Kronieken 7:29

29 En aan de zijden der kinderen van Manasse was Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen, Thaanach en haar onderhorige plaatsen, Megiddo en haar onderhorige plaatsen, Dor en haar onderhorige plaatsen. In deze hebben de kinderen van Jozef, den zoon van Israel, gewoond.

1 Kronieken 7:29 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:29

And by the borders of the children of Manasseh
Of the half tribe of Manasseh on this side Jordan: near to them the Ephraimites dwelt, even near to

Bethshean and her towns, Taanach and her towns, Megiddo and her towns,
Dor and her towns;
of all which places see ( Joshua 17:11 ) ,

in these dwelt the children of Joseph the son of Israel;
the Ephraimites, in those mentioned in ( 1 Chronicles 7:28 ) , and the Manassites, in those that are here mentioned; who were both the children or posterity of Joseph, the beloved son of Israel.

1 Kronieken 7:29 In-Context

27 Zijn zoon was Non; zijn zoon Jozua.
28 En hun bezitting en hun woning was Beth-El, en haar onderhorige plaatsen; en tegen het oosten Naaran, en tegen het westen Gezer en haar onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen, tot Gaza toe, en haar onderhorige plaatsen.
29 En aan de zijden der kinderen van Manasse was Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen, Thaanach en haar onderhorige plaatsen, Megiddo en haar onderhorige plaatsen, Dor en haar onderhorige plaatsen. In deze hebben de kinderen van Jozef, den zoon van Israel, gewoond.
30 De kinderen van Aser waren Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Beria, en Sera, hunlieder zuster.
31 De kinderen van Beria nu waren Heber en Malchiel; hij is de vader van Birzavith.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.