1 Kronieken 7:31

31 De kinderen van Beria nu waren Heber en Malchiel; hij is de vader van Birzavith.

1 Kronieken 7:31 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:31

(See Gill on 1 Chronicles 7:30).

1 Kronieken 7:31 In-Context

29 En aan de zijden der kinderen van Manasse was Beth-Sean en haar onderhorige plaatsen, Thaanach en haar onderhorige plaatsen, Megiddo en haar onderhorige plaatsen, Dor en haar onderhorige plaatsen. In deze hebben de kinderen van Jozef, den zoon van Israel, gewoond.
30 De kinderen van Aser waren Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Beria, en Sera, hunlieder zuster.
31 De kinderen van Beria nu waren Heber en Malchiel; hij is de vader van Birzavith.
32 En Heber gewon Jaflet, en Somer, en Hotham, en Sua, hunlieder zuster.
33 De kinderen van Jaflet nu waren Pasach, en Bimhal, en Asvath; dit waren de kinderen van Jaflet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.