1 Kronieken 9:23

23 Zij dan en hun zonen waren aan de poorten van het huis des HEEREN, in het huis der tent, aan de wachten.

1 Kronieken 9:23 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:23

So they and their children had the oversight of the gates of
the house of the Lord
They that were appointed in David's time to watch the gates of the temple, their posterity succeeded them in that office; for it was hereditary:

namely, the house of the tabernacle, by wards;
that which was at Gibeon in David's time, and now one was erected until the temple was built.

1 Kronieken 9:23 In-Context

21 Zacharja, de zoon van Meselemja, was poortier aan de deur van de tent der samenkomst.
22 Allen, die uitgelezen waren tot poortiers aan de dorpelen, waren tweehonderd en twaalf. Dezen waren in het geslachtsregister gesteld naar hun dorpen. David en Samuel, de ziener, hadden hen in hun ambt bevestigd.
23 Zij dan en hun zonen waren aan de poorten van het huis des HEEREN, in het huis der tent, aan de wachten.
24 Die poortiers waren aan de vier winden, tegen het oosten, tegen het westen, tegen het noorden, en tegen het zuiden.
25 En hun broeders waren op hun dorpen, inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om met hen te dienen;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.