1 Samuël 14:20

20 Saul nu, en al het volk, dat bij hem was, werd samengeroepen, en zij kwamen ten strijde; en ziet, het zwaard des enen was tegen den anderen, er was een zeer groot gedruis.

1 Samuël 14:20 Meaning and Commentary

1 Samuel 14:20

And Saul, and all the people that were with him, assembled
themselves
The six hundred men that were with him, unless we can suppose the 1000 that had been with Jonathan in Gibeah were here still, see ( 1 Samuel 13:2 )

and they came to the battle;
to the field of battle, the place where the army of the Philistines had lain encamped:

and, behold, every man's sword was against his fellow;
taking one another for Hebrews, or treacherous and disaffected persons; so that, though the Israelites had neither swords nor spears, they needed none, for the Philistines destroyed one another with their own swords; and there was a

very great discomfiture;
noise, tumult, confusion, slaughter, and destruction.

1 Samuël 14:20 In-Context

18 Toen zeide Saul tot Ahia: Breng de ark Gods herwaarts. Want de ark Gods was te dien dage bij de kinderen Israels.
19 En het geschiedde, toen Saul nog tot den priester sprak, dat het rumoer, hetwelk in der Filistijnen leger was, zeer toenam en vermenigvuldigde; zo zeide Saul tot den priester: Haal uw hand in.
20 Saul nu, en al het volk, dat bij hem was, werd samengeroepen, en zij kwamen ten strijde; en ziet, het zwaard des enen was tegen den anderen, er was een zeer groot gedruis.
21 Er waren ook Hebreen bij de Filistijnen, als eertijds, die met hen in het leger opgetogen waren rondom; dezen nu vervoegden zich ook met de Israelieten, die bij Saul en Jonathan waren.
22 Als alle mannen van Israel, die zich verstoken hadden in het gebergte van Efraim, hoorden, dat de Filistijnen vluchtten, zo kleefden zij ook hen achteraan in den strijd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.