1 Samuël 17:33

33 Maar Saul zeide tot David: Gij zult niet kunnen heengaan tot dezen Filistijn, om met hem te strijden; want gij zijt een jongeling, en hij is een krijgsman van zijn jeugd af.

1 Samuël 17:33 Meaning and Commentary

1 Samuel 17:33

And Saul said to David, thou art not able to go against this
Philistine to fight with him
Had neither strength of body, nor skill in military affairs, to encounter with a man of his stature, and warlike genius and practice:

for thou [art but] a youth;
some say about fourteen or sixteen years of age, but very probably about twenty, and not more, and so not only weak, but inexpert in the art of fighting:

and he a man of war from his youth;
a gigantic man, trained up in, inured to, and expert in the affairs of war; so that David could not, on any account, be a competitor with him, and a match for him.

1 Samuël 17:33 In-Context

31 Toen die woorden gehoord werden, die David gesproken had, en in de tegenwoordigheid van Saul verkondigd werden, zo liet hij hem halen.
32 En David zeide tot Saul: Aan geen mens ontvalle het hart, om zijnentwil. Uw knecht zal heengaan en hij zal met dezen Filistijn strijden.
33 Maar Saul zeide tot David: Gij zult niet kunnen heengaan tot dezen Filistijn, om met hem te strijden; want gij zijt een jongeling, en hij is een krijgsman van zijn jeugd af.
34 Toen zeide David tot Saul: Uw knecht weid de schapen zijns vaders, en er kwam een leeuw en een beer, en nam een schaap van de kudde weg.
35 En ik ging uit hem na, en ik sloeg hem, en redde het uit zijn mond; toen hij tegen mij opstond, zo vatte ik hem bij zijn baard, en sloeg hem, en doodde hem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.