1 Samuël 19:9

9 Doch de boze geest des HEEREN was over Saul, en hij zat in zijn huis, en zijn spies was in zijn hand; en David speelde op snarenspel met de hand;

1 Samuël 19:9 Meaning and Commentary

1 Samuel 19:9

And the evil spirit from the Lord was upon Saul
His melancholy and frantic disorder returned upon those victories of David, and he grew envious, jealous, spiteful, and malicious:

as he sat in his house with his javelin his hand;
which either describes the posture he was in when the evil spirit came upon him; or the effects of it, he became dull and melancholy, did not care to go abroad, but kept at home, and was suspicious of everybody; and therefore kept a javelin in his hand to defend himself; or it may be rather to dispatch David with it, when an opportunity should offer, which quickly did:

and David played with [his] hand;
on some instrument of music, particularly the harp, to drive away the evil spirit, the melancholy disorder, from Saul; which showed his humility, that though he was an officer in the army, had a considerable post in it, yet deigned to act the part of a musician to Saul, and his great kindness and affection for him his sovereign, willing to serve him what he could to promote his health and comfort, and the trust and confidence he put in his promise and oath, or rather in the providence of God for his protection in the way of his duty, though he knew how spiteful and injurious Saul had been to him.

1 Samuël 19:9 In-Context

7 En Jonathan riep David, en Jonathan gaf hem al deze woorden te kennen; en Jonathan bracht David tot Saul, en hij was voor zijn aangezicht als gisteren en eergisteren.

8 En er werd wederom krijg; en David toog uit, en streed tegen de Filistijnen, en hij sloeg hen met een groten slag, en zij vloden voor zijn aangezicht.

9 Doch de boze geest des HEEREN was over Saul, en hij zat in zijn huis, en zijn spies was in zijn hand; en David speelde op snarenspel met de hand;

10 Saul nu zocht met de spies David aan den wand te spitten, doch hij ontweek van het aangezicht van Saul, die met de spies in den wand sloeg. Toen vlood David, en ontkwam in dienzelfden nacht.

11 Maar Saul zond boden heen tot Davids huis, dat zij hem bewaarden, en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal, zijn huisvrouw, David te kennen, zeggende: Indien gij uw ziel dezen nacht niet behoedt, zo zult gij morgen gedood worden.