1 Samuël 20:14

14 En zult gij niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid des HEEREN aan mij doen, dat ik niet sterve?

1 Samuël 20:14 Meaning and Commentary

1 Samuel 20:14

And thou shalt not only, while yet I live, show me the
kindness of the Lord
Such kindness as is well pleasing in the sight of God, and imitate what he shows to men, and which was covenanted, promised, and agreed to in the presence of the Lord, when David and Jonathan entered into covenant with each other; this Jonathan did not doubt of, and therefore did not make this a request:

that I die not;
he had no fear nor dread on his mind, should David come to the throne while he was alive, that he would take away his life; which was usually done by tyrants and usurpers, when there were any that had a fairer title, and better claim to the throne than they.

1 Samuël 20:14 In-Context

12 En Jonathan zeide tot David: De HEERE, de God Israels, indien ik mijn vader onderzocht zal hebben omtrent dezen tijd, morgen of overmorgen, en zie, het is goed voor David, en ik dan tot u niet zende, en voor uw oor openbare;
13 Alzo doe de HEERE aan Jonathan, en alzo doe Hij daartoe! Als mijn vader het kwaad over u behaagt, zo zal ik het voor uw oor ontdekken, en ik zal u trekken laten, dat gij in vrede heengaat; en de HEERE zij met u, gelijk als Hij met mijn vader geweest is.
14 En zult gij niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid des HEEREN aan mij doen, dat ik niet sterve?
15 Ook zult gij uw weldadigheid niet afsnijden van mijn huis tot in eeuwigheid; ook niet wanneer de HEERE een iegelijk der vijanden van David van den aardbodem zal afgesneden hebben.
16 Alzo maakte Jonathan een verbond met het huis van David, zeggende: Dat het de HEERE eise van de hand der vijanden Davids!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.