1 Samuël 20:4

4 Jonathan nu zeide tot David: Wat uw ziel zegt, dat zal ik u doen.

1 Samuël 20:4 Meaning and Commentary

1 Samuel 20:4

Then said Jonathan unto David
Now giving credit to what he had said, and in order to comfort and support him under the apprehensions he had of danger:

whatsoever thy soul desireth, I will even do [it] for thee;
for the preservation of his life, by speaking to his father on his behalf, endeavouring to dissuade him from his evil intentions, or by hiding and concealing him in some obscure place, that he might not execute his evil designs upon him, or by any method he could point out to him.

1 Samuël 20:4 In-Context

2 Hij daarentegen zeide tot hem: Dat zij verre, gij zult niet sterven. Zie, mijn vader doet geen grote zaak, en geen kleine zaak, die hij voor mijn oor niet openbaart; waarom zou dan mijn vader deze zaak van mij verbergen? Dat is niet.
3 Toen zwoer David verder, en zeide: Uw vader weet zeer wel, dat ik genade in uw ogen gevonden heb; daarom heeft hij gezegd: Dat Jonathan dit niet wete, opdat hij zich niet bekommere; en zekerlijk, zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel leeft, er is maar als een schrede tussen mij en tussen den dood!
4 Jonathan nu zeide tot David: Wat uw ziel zegt, dat zal ik u doen.
5 En David zeide tot Jonathan: Zie, morgen is de nieuwe maan, dat ik zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo laat mij gaan, dat ik mij op het veld verberge tot aan den derden avond.
6 Indien uw vader mij gewisselijk mist, zo zult gij zeggen: David heeft van mij zeer begeerd, dat hij tot zijn stad Bethlehem mocht lopen; want aldaar is een jaarlijks offer voor het ganse geslacht.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.