1 Samuël 26:4

4 Want David had verspieders gezonden, en hij vernam, dat Saul voorzeker kwam.

1 Samuël 26:4 Meaning and Commentary

1 Samuel 26:4

David therefore sent out spies
To observe if he was coming or come, and where he was, that he might not be surprised by him; for though David knew the Lord was and would be his protection, he thought proper to be upon his guard, and to make use of means for his safety:

and understood that Saul was come in very deed;
that he was most certainly come, and come to some certain place; which he himself went to reconnoitre, as in ( 1 Samuel 26:5 ) .

1 Samuël 26:4 In-Context

2 Toen maakte zich Saul op, en toog af naar de woestijn Zif, en met hem drie duizend man, uitgelezenen van Israel, om David te zoeken in de woestijn Zif.
3 En Saul legerde zich op den heuvel van Hachila, die voor aan de wildernis is aan den weg, maar David bleef in de woestijn, en zag, dat Saul achter hem kwam naar de woestijn.
4 Want David had verspieders gezonden, en hij vernam, dat Saul voorzeker kwam.
5 En David maakte zich op, en kwam aan de plaats, waar Saul zich gelegerd had, en David bezag de plaats, waar Saul lag, met Abner, den zoon van Ner, zijn krijgsoverste. En Saul lag in den wagenburg, en het volk was rondom hem gelegerd.
6 Toen antwoordde David, en sprak tot Achimelech, den Hethiet, en tot Abisai, den zoon van Zeruja, den broeder van Joab, zeggende: Wie zal met mij tot Saul in het leger afgaan? Toen zeide Abisai: Ik zal met u afgaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.