1 Samuël 26:2

2 Toen maakte zich Saul op, en toog af naar de woestijn Zif, en met hem drie duizend man, uitgelezenen van Israel, om David te zoeken in de woestijn Zif.

1 Samuël 26:2 Meaning and Commentary

1 Samuel 26:2

Then Saul arose
Immediately, glad of an opportunity to seize on David, having the same disposition towards him as ever; and perhaps had repented he had not laid hold on him when he followed him out of the cave:

and went down to the wilderness of Ziph:
or towards it:

having three thousand chosen men of Israel;
young men, so called, because usually chosen for business, and for war particularly, rather than old men; the same number he took with him when he sought him at Engedi, ( 1 Samuel 24:2 ) ;

to seek David in the wilderness of Ziph;
where or whereabouts he was informed by the Ziphites he was.

1 Samuël 26:2 In-Context

1 De Zifieten nu kwamen tot Saul te Gibea, zeggende: Houdt zich David niet verborgen op den heuvel van Hachila, voor aan de wildernis?
2 Toen maakte zich Saul op, en toog af naar de woestijn Zif, en met hem drie duizend man, uitgelezenen van Israel, om David te zoeken in de woestijn Zif.
3 En Saul legerde zich op den heuvel van Hachila, die voor aan de wildernis is aan den weg, maar David bleef in de woestijn, en zag, dat Saul achter hem kwam naar de woestijn.
4 Want David had verspieders gezonden, en hij vernam, dat Saul voorzeker kwam.
5 En David maakte zich op, en kwam aan de plaats, waar Saul zich gelegerd had, en David bezag de plaats, waar Saul lag, met Abner, den zoon van Ner, zijn krijgsoverste. En Saul lag in den wagenburg, en het volk was rondom hem gelegerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.