1 Samuël 26:3

3 En Saul legerde zich op den heuvel van Hachila, die voor aan de wildernis is aan den weg, maar David bleef in de woestijn, en zag, dat Saul achter hem kwam naar de woestijn.

1 Samuël 26:3 Meaning and Commentary

1 Samuel 26:3

And Saul pitched in the hill of Hachilah, which [is] before
Jeshimon, by the way
To the wilderness; the very same place where the Ziphites suggested David was:

but David abode in the wilderness;
not in the hill of Hachilah, but in the wilderness of Ziph itself:

and he saw that Saul came after him into the wilderness;
he understood, by some information he had, that Saul had set out from Gibeah, and was coming to seek for him in the wilderness of Ziph; perhaps Jonathan had given him intelligence; however, he was not quite certain, as appears by what follows.

1 Samuël 26:3 In-Context

1 De Zifieten nu kwamen tot Saul te Gibea, zeggende: Houdt zich David niet verborgen op den heuvel van Hachila, voor aan de wildernis?
2 Toen maakte zich Saul op, en toog af naar de woestijn Zif, en met hem drie duizend man, uitgelezenen van Israel, om David te zoeken in de woestijn Zif.
3 En Saul legerde zich op den heuvel van Hachila, die voor aan de wildernis is aan den weg, maar David bleef in de woestijn, en zag, dat Saul achter hem kwam naar de woestijn.
4 Want David had verspieders gezonden, en hij vernam, dat Saul voorzeker kwam.
5 En David maakte zich op, en kwam aan de plaats, waar Saul zich gelegerd had, en David bezag de plaats, waar Saul lag, met Abner, den zoon van Ner, zijn krijgsoverste. En Saul lag in den wagenburg, en het volk was rondom hem gelegerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.