1 Samuël 4:6

6 Als nu de Filistijnen de stem van het juichen hoorden, zo zeiden zij: Wat is de stem van dit grote juichen in het leger der Hebreen? Toen vernamen zij, dat de ark des HEEREN in het leger gekomen was.

1 Samuël 4:6 Meaning and Commentary

1 Samuel 4:6

And when the Philistines heard the noise of the shout
For it being so loud as to make the earth ring, it was heard in the camp of the Philistines, which might not be at any great distance from the camp of Israel; how far from each other were Aphek and Ebenezer is not certain;

they said, what meaneth the noise of this great shout in the camp of
the Hebrews?
they could not conceive what should be the reason of it, seeing they had no occasion to shout for joy, having been lately defeated; and a shout is made generally just before a battle is begun, and the onset made, or when victory is obtained; neither of which was the case now:

and they understood that the ark of the Lord was come into the camp:
this they understood by spies, which they sent to find out the meaning of the shout; which is more probable than that they came to the knowledge of it by deserters; seeing it is not very likely that any Israelites would desert to the Philistines.

1 Samuël 4:6 In-Context

4 Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God.

5 En het geschiedde, als de ark des verbonds des HEEREN in het leger kwam, zo juichte gans Israel met een groot gejuich, alzo dat de aarde dreunde.

6 Als nu de Filistijnen de stem van het juichen hoorden, zo zeiden zij: Wat is de stem van dit grote juichen in het leger der Hebreen? Toen vernamen zij, dat de ark des HEEREN in het leger gekomen was.

7 Daarom vreesden de Filistijnen, want zij zeiden: God is in het leger gekomen. En zij zeiden: Wee ons, want dergelijke is gisteren en eergisteren niet geschied!

8 Wee ons, wie zal ons redden uit de hand van deze heerlijke goden? Dit zijn dezelfde goden, die de Egyptenaars met alle plagen geplaagd hebben, bij de woestijn.