2 Koningen 13:23

23 Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.

2 Koningen 13:23 Meaning and Commentary

2 Kings 13:23

And the Lord was gracious to them
To Israel, notwithstanding their apostasy from him, and the idolatry of the calves they were guilty of:

and had compassion on them;
being in oppression and distress:

and had respect unto them;
looked upon them with an eye of pity and mercy:

because of his covenant with Abraham, Isaac, and Jacob;
made so long ago he still remembered:

and would not destroy them, neither cast he them from his presence as
yet;
or suffered them to be carried captive into another land, as he afterwards did in the times of Hoshea.

2 Koningen 13:23 In-Context

21 En het geschiedde, als zij een man begroeven, dat zij, ziet, een bende zagen; zo wierpen zij den man in het graf van Elisa; en toen de man daarin kwam, en het gebeente van Elisa aanroerde, werd hij levend, en rees op zijn voeten.
22 Hazael nu, de koning van Syrie, verdrukte Israel, al de dagen van Joahaz.
23 Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.
24 En Hazael, de koning van Syrie, stierf, en zijn zoon Benhadad werd koning in zijn plaats.
25 Joas nu, de zoon van Joahaz, nam de steden weder in, uit de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, die hij uit de hand van Joahaz, zijn vader, met krijg genomen had; Joas sloeg hem driemaal, en bracht de steden aan Israel weder.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.