2 Koningen 17:15

15 Daartoe verwierpen zij Zijn inzettingen, en Zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gemaakt had, en Zijn getuigenissen, die Hij tegen hen betuigd had, en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel werden, en achter de heidenen, die rondom hen waren, van dewelke de HEERE hun geboden had, dat zij niet zouden doen gelijk die.

2 Koningen 17:15 Meaning and Commentary

2 Kings 17:15

And they rejected his statutes, and his covenant that he made
with their fathers
At Sinai and Horeb, see ( Exodus 24:8 ) ( Deuteronomy 29:1 ) ,

and his testimonies which he testified against them;
calling heaven and earth to witness what he would do to them if they broke his laws, ( Deuteronomy 4:26 ) ( 30:19 ) ( 32:1 ) , and which were so many testifications of his mind and will what they should do, or otherwise what should be done to them; Ben Gersom also interprets this of the feasts of the passover and tabernacles, which were witnesses of Israel's coming out of Egypt, and of the sanctification and redemption of the firstborn, a testimony of the slaying the firstborn in Egypt:

and they followed vanity;
idols, which are vain things for help, can neither hear, see, speak

and became vain;
as sottish and stupid as the idols they worshipped; which is the usual fruit and effect of idolatry, see ( Romans 1:21-28 )

and went after the heathen that were round about them:
imitated them in their idolatrous practices, as the Moabites, Ammonites, Edomites concerning

whom the Lord had charged them, that they should not do like them;
of this charge see ( Deuteronomy 6:13 Deuteronomy 6:14 ) .

2 Koningen 17:15 In-Context

13 Als nu de HEERE tegen Israel en tegen Juda, door den dienst van alle profeten, van alle zieners, betuigd had, zeggende: Bekeert u van uw boze wegen en houdt Mijn geboden, en Mijn inzettingen, naar al de wet, die Ik uw vaderen geboden heb, en die Ik tot u door de hand van Mijn knechten, de profeten, gezonden heb;
14 Zo hoorden zij niet, maar zij verhardden hun nek, gelijk de nek hunner vaderen geweest was, die aan den HEERE, hun God, niet geloofd hadden.
15 Daartoe verwierpen zij Zijn inzettingen, en Zijn verbond, dat Hij met hun vaderen gemaakt had, en Zijn getuigenissen, die Hij tegen hen betuigd had, en wandelden de ijdelheid na, dat zij ijdel werden, en achter de heidenen, die rondom hen waren, van dewelke de HEERE hun geboden had, dat zij niet zouden doen gelijk die.
16 Ja, zij verlieten al de geboden des HEEREN, huns Gods, en maakten zich gegoten beelden, twee kalveren; en maakten bossen, en bogen zich voor alle heir des hemels, en dienden Baal.
17 Ook deden zij hun zonen en hun dochteren door het vuur gaan, en gebruikten waarzeggerijen, en gaven op vogelgeschrei acht, en verkochten zich, om te doen dat kwaad was in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.