2 Koningen 23:34

34 Ook maakte Farao Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning, in de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam in Jojakim; maar Joahaz nam hij mede, en hij kwam in Egypte, en stierf aldaar.

2 Koningen 23:34 Meaning and Commentary

2 Kings 23:34

And Pharaohnechoh made Eliakim the son of Josiah king in the
room of Josiah his father
Not in the room of Jehoahaz; for he did not allow him to be a king, and to have any lawful right to the throne; but, deposing him, set up his elder brother:

and turned his name to Jehoiakim;
to show his subjection to him, and that he held his government by him:

and took Jehoahaz away:
with him, from Jerusalem, when he departed thence:

and he came to Egypt, and died there:
and never returned to Jerusalem, according to the prophecy of Jeremiah, ( Jeremiah 22:11 ) .

2 Koningen 23:34 In-Context

32 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar alles, wat zijn vaderen gedaan hadden.
33 Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds.
34 Ook maakte Farao Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning, in de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam in Jojakim; maar Joahaz nam hij mede, en hij kwam in Egypte, en stierf aldaar.
35 En Jojakim gaf dat zilver en dat goud aan Farao; doch hij schatte het land, om dat geld naar het bevel van Farao te geven; een ieder naar zijn schatting eiste hij het zilver en goud af van het volk des lands, om aan Farao Necho te geven.
36 Vijf en twintig jaren was Jojakim oud, toen hij koning werd, en regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Zebudda, een dochter van Pedaja, van Ruma
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.